De geschiedenis van de Dag van de Marrons, geschreven door de grondlegger van deze Dag, Andre Pakosie. Deze dag is ingesteld op 16 september 1974.
Steeds meer groepen uit de Surinaamse samenleving verhieven hun stem na de onafhankelijkheid in 1975, ook in de literatuur. Het tijdschrift is een compilatie van gedichten, proza en historische artikelen.
Neerbuigende recensie over het boek van Michiel van Kempen: Surinaamse poëzie.
Artikel over de Saamaka kabiten ta Agosto, die op een geweldadige manier aan zijn einde kwam. Zijn kunu zou vele Saamaka doden.
Compilatie van een aantal artikelen van de auteur over de revolutie in Suriname en de naweëen ervan, het bezoek van de gaanman in Nederland en de terugkeer naar Suriname. André R.M. Pakosie was hierbij aanwezig.
Over Berg en Dal en ook o.a. over de leeuwenkoning
O.a. over de leeuwenkoning.
Over de winti geneeskunde in Nederland. Ondere andere wordt André Pakosie genoemd, maar niet bij naam.
Het boek gaat over de ontwikkeling van Suriname sinds de plantagekolonie, de existentie van de Marroncultuurgemeenschap, de gezagsorganisatie, het leefpatroon, de gezinsorganisatie en de pedagogische relaties binnen de verwantschapsideologie bij de Marrons, invloed van christendom, infrastructurele voorzieningen, knelpunten in het transformatieproces, Marrongemeenschappen in de 21e eeuw.
Over de familiestructuur, bestuurs- en gezagsstructuur en de hedendaagse talen van de Marrons.
Districtssecretaris van het district Brokopondo, Ifna Vrede, hield een lezing over de Marronvrouw ter gelegenheid van de viering van de Dag van de Marrons 2003, 11 oktober 2003 in Trefcentrum Oase te Utrecht.
Inleiding op het 4e Colloquium, dat gehouden werd op 14 april 1984 in het Soeterijntheater te Amsterdam. Organisator I.B.S. Thema: De rol van de vrouw in de Surinaamse geschiedenis. Het artikel handelt over de wijze waarop Stedman’s boek ‘Reize naar Surinamen en door de binnenste gedeelten van Guiana’ vertaald is. In de Nederlandse editie zijn hele alinea’s weggelaten in vergelijking met de Engelse versie, die vertaald is in het Frans en vervolgens weer vertaald is naar het Nederlands. De belangstelling van de auteur gaat met name uit naar Joanna, waarmee Stedman een relatie had.
Inleiding op het 4e Colloquium, dat gehouden werd op 14 april 1984 in het Soeterijntheater te Amsterdam. Organisator I.B.S. Thema: De rol van de vrouw in de Surinaamse geschiedenis. De auteur beschrijft een van de versies, die bestaan, over de heerschappij van vrouwen in Zuid-Amerika. Het verhaal is hem verteld door de 70-jarige Lalimo, de vrouw van de kapitein van het dorp Christiaankondre aan de Marowijne in Suriname. Het gesprek vond plaats op 13 maart 1967. Deze afwijkende versie relateert hij aan de positie van vrouwen in de Caraibische dorpssamenleving.
In relatie met Fonds Ontwikkeling Binnenland.
Proefschrift van de auteur. Zijn studie richt zich op een leemte in de geschiedschrijving tot dan toe. Het onderwerp van dit boek is het ontstaan en de ontwikkeling van marronage in Suriname en het overheidsbeleid t.a.v. weggetrokken slaven vanaf het einde van het Brits bestuur in 1667 tot aan het vredesverdrag met de Matawai in 1768.
De Marrons worden zelfs al de nieuwe hoop van Suriname genoemd.
Over de opstand van de suikerplantage Palmeneribo op 19 juni 1707, die zeer goed in de archieven gedocumenteerd is en voorzien van afbeeldingen van de plantage en haar bewoners.
Korte verhalen van verschillende genres. Titelverhaal gaat over het inter-raciaal liefdesleven. Ook een verhaal opgenomen dat verteld wordt door Ruud Mungro.
Verhalen van Dobru Raveles.
Over de (gronden)rechten van Inheemsen en Marrons in Suriname.
De reizende tentoonstelling gaat naar Suriname. Ook Fytotheek Pakosie komt hierin voor.
Over de relatie van het Junglecommando en de goden tijdens de Bouterse-Brunswijk oorlog. André Pakosie wordt genoemd.
Inleiding op het 4e Colloquium, dat gehouden werd op 14 april 1984 in het Soeterijntheater te Amsterdam. Organisator I.B.S. Thema: De rol van de vrouw in de Surinaamse geschiedenis.
De auteur geeft aan dat zij zich ervan bewust is dat maar een klein deel van dit uitgebreide onderwerp behandeld kan worden.
Over de ontacten die Dobru tijdens zijn leven had met Engelstalige schrijvers.
Voor het eerst een Saramaccaner zelf aan het woord over het leven van zijn volk.
Over het oorspronkelijke document in het Sranan tongo, dat o.l.v. Louis Nepveu, J. Dorig en Johan van Rillertsz aan de Saamaka Marrons is voorgelezen bij het sluiten van de vredesovereenkomst met hen in 1762.
Handelt over de laatste oorlogsjaren en de totstandkoming van de vrede met de Saamaka in 1762 (aanvallen van Saamaka op de plantages, koloniale expedities tegen de Marrons, acties van spionneb en dubbelspionnen, ingewikkelde politieke onderhandelingen en overwinningsfeesten). Het artikel is bedoeld als een begeleidend deel van het boek First-Time: the historical vision of an Afro-American People van Richard Price.
Geboorte en jeugdjaren van André R.M. Pakosie in het binnenland van Suriname tegen de achtergrond van de Marroncultuur (familie, gezondheidszorg, akkerbouw, woonomgeving, traditioneel leerproces, vernietiging van de woonomgeving van Marrons en Inheemsen).
Over de Surinaamse landbouw in het verleden.
Eind 1862 besluit het Gouvernement van Suriname nog eenmaal voordat de Emancipatie van de Surinaamse slavenbevolking zal plaatsvinden een strafexpeditie uit te voeren tegen de Weglopers. De gouverneur is bang voor de anarchie die kan ontstaan bij deze Emancipatie. De expeditie wordt een fiasco. De Marrons jagen de leden van de expeditie op de vlucht. Vijf leden sneuvelen.
Dagboek van de onderwijzer en evangelist Johan Spalburg toen hij in Diitabiki verbleef (1896-1900). Van belang vanwege belangrijke sociaal-economische en religieuze veranderingen die in die tijd plaatsvonden bij de Ndyuka. Spalburg schreef ook voor gaanman Oseisie.