Bronnenoverzicht om inzicht te verkrijgen in de historische en cultuur-sociologische aspecten van het contact tussen Marrons en blanken (m.n. gouvernement in Paramaribo) in Suriname, zoals die zich voordeden in de 18e, 19e en begin 20e eeuw. (Posthouderschap bij de Ndyuka en hun activiteiten).
Verslag van de expeditie, o.l.v. Loth, om een weg te traceren van de Tempatiekreek naar de rivier Suriname. De Marrons waanden volgens de schrijver nog in het idee dat zij door de rivieren ongenaakbaar waren. Zij stonden wantrouwig tegenover de aanwezige goudzoekers. De expeditie was bedoeld om een weg te traceren, zodat de gouverneur met eigen ogen de ontwikkelingen kon waarnemen, met name op het gebied van de goudwinning. Verslag is in 1878 geschreven. Genoemde namen in het verslag: opperhoofd Mijnzak, Cadet (gids).
Historische namen: Amani, Nero, Anoke, Ajwakie.
Dorpen en kreken: Matappi, Loka, Atiekreek.
Toespraak van Pakosie voor de viering van de Dag van de Marrons 2001, waarin hij spreekt over de geschiedenis van de Dag van de Marrons.
Herdruk van het in 1934 sterk gecensureerde gelijknamige boek van Anton de Kom over de schrijnende situatie van de diverse bevolkingen in Suriname.
Artikel over de Gbosu-ma-kunu van de Saamaka, die ontstond toen de gaanman Gbosuma werd afgezet door het gouvernement, omdat hij weigerde weggelopen slaven uit te leveren. Hij overleed snel daarna. Na zijn dood ontstond de Gbosu-ma-kunu op de Bee, die de gaanman levert.
Gebruik is gemaakt van het manuscript ‘Vo da Missionswroko na Goejaba ofoe Aurora; A begin na 9-1891; En te moro na hoposei’, van de Ndyuka Izaak Albitrouw, waarin een aantal episoden uit de zendingsgeschiedenis van een Marrongemeenschap aan de Suriname rivier (Aurora) wordt behandeld tussen 1891 en 1896. Met name de invloed van de kerk in wording op het dagelijkse leven en de wisselwerking tussen het christendom en de oorspronkelijke religie komen in het manuscript aan bod.